‘Strijkstok’ is hard nodig

Een veel geuite kritiek op ontwikkelingssamenwerking is dat ‘te veel aan de strijkstok blijft hangen’. Het geld zou niet terechtkomen waar het wezen moet – bij de armsten – maar opgaan aan directeurensalarissen, kantoorgebouwen en dure campagnes om donateurs te werven.

De klaagzang over ‘strijkstokken’ is zo’n automatisme geworden, dat een paar cruciale vragen niet worden gesteld: hoeveel overheadkosten maken organisaties eigenlijk? En waarom zou dat weggegooid geld zijn?

Ongeveer 10 cent

Een onderzoek van Goede Doelen Nederland wijst uit dat ontwikkelingsorganisaties
ongeveer 10 cent van elke euro uitgeven aan fondsenwerving en organisatiekosten. De overige 90 cent is bestemd voor programma’s in lage- en middeninkomenslanden. In die 90 cent zitten overigens ook salaris- en reiskosten van medewerkers die deze programma’s managen en evalueren.

Daarmee komen we bij de salarissen. Medewerkers van ontwikkelingsorganisaties krijgen doorgaans uitbetaald via de cao’s Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening of Openbare Markt. Hun salarissen zijn vergelijkbaar met die van maatschappelijk werkers, bibliotheekmedewerkers of medewerkers van arbodiensten. En hun directeuren verdienen salarissen die vergelijkbaar zijn met directeuren van scholen of welzijnsorganisaties.

Hulp geven is duur

Onder de strijkstokkendiscussie zit het – terechte – uitgangspunt dat organisaties zuinig om moeten omgaan geld dat bestemd is voor mensen in armoede. Maar ze is ook gebouwd op de onterechte aanname dat organisaties dit niet doen én dat projecten beter worden wanneer je salaris- en beheerkosten tot een minimum terugbrengt.

Dat is niet zo. Zinvolle besteding van ontwikkelingsgeld is duur. Er zijn mensen voor nodig, in Nederland en in de ontvangende landen, die trainingen moeten volgen, een redelijk salaris moeten verdienen en reizen moeten maken. Vooral in afgelegen, moeilijk bereikbare en onrustige regio’s is ontwikkelingssamenwerking kostbaar. En juist daar is hulp het hardste nodig.

Een veel geuite kritiek op ontwikkelingssamenwerking is dat ‘te veel aan de strijkstok blijft hangen’. Het geld zou niet terechtkomen waar het wezen moet – bij de armsten – maar opgaan aan directeurensalarissen, kantoorgebouwen en dure campagnes om donateurs te werven. De klaagzang over ‘strijkstokken’ is zo’n automatisme geworden, dat een paar cruciale vragen niet worden gesteld: hoeveel overheadkosten maken organisaties eigenlijk? En waarom zou dat weggegooid geld zijn?

Lees meer
Lees meer over Wat blijft er aan de strijkstok hangen?

“Je krijgt wat je geeft.” Met deze slogan voerden ontwikkelingsorganisaties in 2012 campagne. Ze wilden dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking overeind bleef. Hun boodschap: ontwikkelingssamenwerking is niet alleen geld weggeven, het levert ons land ook iets op. Bij de gewone Nederlander raakte deze slogan geen snaar. Want hulp geven, dat doen we uit medemenselijkheid. Dat doen we om de armoede van anderen te verminderen, om hun honger en ziektes uit te bannen en hun onderwijs verbeteren. We doen het niet voor onszelf.

Lees meer
Lees meer over Wat heeft Nederland aan ontwikkelingssamenwerking?

De Nederlandse overheid geeft hulp aan ongeveer vijftig landen. In 2022 was de grootste ontvanger Oekraïne, gevolgd door Ethiopië, Mali en Jemen. We geven niet alleen geld aan landen, maar ook aan multilaterale organisaties zoals de Wereldbank en humanitaire organisaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Lees meer
Lees meer over Wat gebeurt er met ons ontwikkelingsgeld?

In 2022 gaf de Nederlandse overheid 6,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is ongeveer 0,67 procent van ons bruto nationaal inkomen (bni). Dat is iets minder dan de norm van 0,7 procent die rijke landen met elkaar afspraken. Een flink deel van dat bedrag kwam ons land echter niet uit. Zo wordt het eerste jaar van de opvang en onderwijs voor asielzoekers uit dit budget betaald. In 2024 gaat dat om ruim 1,3 miljard euro. Dat maakt van Nederland een grote ontvanger van eigen ontwikkelingsgeld. Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.

Lees meer
Lees meer over Hoeveel geeft Nederland uit aan ontwikkelingssamenwerking?

De wereld wordt steeds minder arm. Extreme armoede neemt al af sinds de negentiende eeuw. Anderhalve eeuw geleden leefden bijna acht op de tien mensen in grote armoede. Zij moesten, gemeten met de maatstaf van vandaag, rondkomen van minder dan 2 dollar 15 per dag. In 1981 waren nog vijf op de tien mensen extreem arm. En vandaag zijn dat er minder dan een op de tien.

Lees meer
Lees meer over Hoe arm is de wereld?