We geven minder dan we denken

In 2022 gaf de Nederlandse overheid 6,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is ongeveer 0,67 procent van ons bruto nationaal inkomen (bni). Dat is iets minder dan de norm van 0,7 procent die rijke landen met elkaar afspraken. Een flink deel van dat bedrag kwam ons land echter niet uit. Zo wordt het eerste jaar van de opvang en onderwijs voor asielzoekers uit dit budget betaald. In 2024 gaat dat om ruim 1,3 miljard euro. Dat maakt van Nederland een grote ontvanger van eigen ontwikkelingsgeld.

Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.

Bizarre overschatting

Veel Nederlanders lijken dat te veel te vinden, want ‘ontwikkelingshulp’ staat steevast in het lijstje van zaken waar de overheid volgens kiezers wel op kan bezuinigen. Maar met het gesprek over dit budget is iets vreemds aan de hand: Nederlanders overschatten schromelijk hoeveel onze overheid er daadwerkelijk aan uitgeeft. Een meerderheid denkt dat het meer dan 5 procent van ons bni is. Een op de vijf mensen denkt dat het tussen de 20 en 50 procent is en bijna een op de twaalf denkt zelfs dat meer dan de helft van ons inkomen naar arme landen gaat. Dat zijn bizarre overschattingen.

Budget mag omhoog

Vraag je Nederlanders hoeveel de overheid aan ontwikkelingssamenwerking zou moeten geven, dan verandert het plaatje. Wanneer mensen horen dat rijke landen afspraken om 0,7 procent van hun bni aan ontwikkelingssamenwerking te besteden, dan vindt de helft dat prima. Wanneer Nederlanders spontaan een percentage mogen noemen, dan mag zelfs 2,9 procent van ons inkomen naar ontwikkelingssamenwerking gaan.

Kortom, de gemiddelde Nederlander zou het budget voor ontwikkelingssamenwerking best willen verhogen. Alleen lijkt hij dat niet beseffen.

“Je krijgt wat je geeft.” Met deze slogan voerden ontwikkelingsorganisaties in 2012 campagne. Ze wilden dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking overeind bleef. Hun boodschap: ontwikkelingssamenwerking is niet alleen geld weggeven, het levert ons land ook iets op. Bij de gewone Nederlander raakte deze slogan geen snaar. Want hulp geven, dat doen we uit medemenselijkheid. Dat doen we om de armoede van anderen te verminderen, om hun honger en ziektes uit te bannen en hun onderwijs verbeteren. We doen het niet voor onszelf.

Lees meer
Lees meer over Wat heeft Nederland aan ontwikkelingssamenwerking?

De Nederlandse overheid geeft hulp aan ongeveer vijftig landen. In 2022 was de grootste ontvanger Oekraïne, gevolgd door Ethiopië, Mali en Jemen. We geven niet alleen geld aan landen, maar ook aan multilaterale organisaties zoals de Wereldbank en humanitaire organisaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Lees meer
Lees meer over Wat gebeurt er met ons ontwikkelingsgeld?

In 2022 gaf de Nederlandse overheid 6,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is ongeveer 0,67 procent van ons bruto nationaal inkomen (bni). Dat is iets minder dan de norm van 0,7 procent die rijke landen met elkaar afspraken. Een flink deel van dat bedrag kwam ons land echter niet uit. Zo wordt het eerste jaar van de opvang en onderwijs voor asielzoekers uit dit budget betaald. In 2024 gaat dat om ruim 1,3 miljard euro. Dat maakt van Nederland een grote ontvanger van eigen ontwikkelingsgeld. Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.

Lees meer
Lees meer over Hoeveel geeft Nederland uit aan ontwikkelingssamenwerking?

De wereld wordt steeds minder arm. Extreme armoede neemt al af sinds de negentiende eeuw. Anderhalve eeuw geleden leefden bijna acht op de tien mensen in grote armoede. Zij moesten, gemeten met de maatstaf van vandaag, rondkomen van minder dan 2 dollar 15 per dag. In 1981 waren nog vijf op de tien mensen extreem arm. En vandaag zijn dat er minder dan een op de tien.

Lees meer
Lees meer over Hoe arm is de wereld?