Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.
Bizarre overschatting
Veel Nederlanders lijken dat te veel te vinden, want ‘ontwikkelingshulp’ staat steevast in het lijstje van zaken waar de overheid volgens kiezers wel op kan bezuinigen. Maar met het gesprek over dit budget is iets vreemds aan de hand: Nederlanders overschatten schromelijk hoeveel onze overheid er daadwerkelijk aan uitgeeft. Een meerderheid denkt dat het meer dan 5 procent van ons bni is. Een op de vijf mensen denkt dat het tussen de 20 en 50 procent is en bijna een op de twaalf denkt zelfs dat meer dan de helft van ons inkomen naar arme landen gaat. Dat zijn bizarre overschattingen.
Budget mag omhoog
Vraag je Nederlanders hoeveel de overheid aan ontwikkelingssamenwerking zou moeten geven, dan verandert het plaatje. Wanneer mensen horen dat rijke landen afspraken om 0,7 procent van hun bni aan ontwikkelingssamenwerking te besteden, dan vindt de helft dat prima. Wanneer Nederlanders spontaan een percentage mogen noemen, dan mag zelfs 2,9 procent van ons inkomen naar ontwikkelingssamenwerking gaan.
Kortom, de gemiddelde Nederlander zou het budget voor ontwikkelingssamenwerking best willen verhogen. Alleen lijkt hij dat niet beseffen.