Economische en politieke invloed

“Je krijgt wat je geeft.” Met deze slogan voerden ontwikkelingsorganisaties in 2012 campagne. Ze wilden dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking overeind bleef. Hun boodschap: ontwikkelingssamenwerking is niet alleen geld weggeven, het levert ons land ook iets op.

Bij de gewone Nederlander raakte deze slogan geen snaar. Want hulp geven, dat doen we uit medemenselijkheid. Dat doen we om de armoede van anderen te verminderen, om hun honger en ziektes uit te bannen en hun onderwijs verbeteren. We doen het niet voor onszelf.

Bedrijfsleven

Voor de overheid ligt dat anders: die wil dat het ons land ook iets brengt. Bijvoorbeeld voor ons bedrijfsleven. Niet voor niets zit ontwikkelingssamenwerking samen met buitenlandse handel in één ministerie. Zo kunnen Nederlandse bedrijven hun kennis over tuinbouw of waterbeheer inzetten in ontwikkelingsprogramma’s. Bovendien wil Nederland zeker zijn van de levering van grondstoffen als lithiumen zeldzame aardmetalen – onmisbaar voor de productie van zonnepanelen en windmolens. De Afrikaanse bodem zit er vol mee. Nederland wil bedrijven helpen om daarin te investeren – mits ze dat milieuvriendelijk en zonder kinderarbeid doen

Nederland wil zeker zijn van de levering van grondstoffen

Veilig en stabiel

Ook zijn er politieke belangen. De Nederlandse overheid werkt veel samen met landen met etnische spanningen en zwak bestuur, zoals Mali, Afghanistan en Zuid-Soedan. Ontwikkelingssamenwerking draagt bij aan wereldwijde stabiliteit, bijvoorbeeld door te werken aan verzoening tussen rivaliserende groepen, het weghalen van landmijnen en het scheppen van werkgelegenheid. Om met de overheid te spreken: wat goed is voor de wereld, is goed voor Nederland.

“Je krijgt wat je geeft.” Met deze slogan voerden ontwikkelingsorganisaties in 2012 campagne. Ze wilden dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking overeind bleef. Hun boodschap: ontwikkelingssamenwerking is niet alleen geld weggeven, het levert ons land ook iets op. Bij de gewone Nederlander raakte deze slogan geen snaar. Want hulp geven, dat doen we uit medemenselijkheid. Dat doen we om de armoede van anderen te verminderen, om hun honger en ziektes uit te bannen en hun onderwijs verbeteren. We doen het niet voor onszelf.

Lees meer
Lees meer over Wat heeft Nederland aan ontwikkelingssamenwerking?

De Nederlandse overheid geeft hulp aan ongeveer vijftig landen. In 2022 was de grootste ontvanger Oekraïne, gevolgd door Ethiopië, Mali en Jemen. We geven niet alleen geld aan landen, maar ook aan multilaterale organisaties zoals de Wereldbank en humanitaire organisaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie.

Lees meer
Lees meer over Wat gebeurt er met ons ontwikkelingsgeld?

In 2022 gaf de Nederlandse overheid 6,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is ongeveer 0,67 procent van ons bruto nationaal inkomen (bni). Dat is iets minder dan de norm van 0,7 procent die rijke landen met elkaar afspraken. Een flink deel van dat bedrag kwam ons land echter niet uit. Zo wordt het eerste jaar van de opvang en onderwijs voor asielzoekers uit dit budget betaald. In 2024 gaat dat om ruim 1,3 miljard euro. Dat maakt van Nederland een grote ontvanger van eigen ontwikkelingsgeld. Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.

Lees meer
Lees meer over Hoeveel geeft Nederland uit aan ontwikkelingssamenwerking?

De wereld wordt steeds minder arm. Extreme armoede neemt al af sinds de negentiende eeuw. Anderhalve eeuw geleden leefden bijna acht op de tien mensen in grote armoede. Zij moesten, gemeten met de maatstaf van vandaag, rondkomen van minder dan 2 dollar 15 per dag. In 1981 waren nog vijf op de tien mensen extreem arm. En vandaag zijn dat er minder dan een op de tien.

Lees meer
Lees meer over Hoe arm is de wereld?